Dagboek Van Een Smiecht

Jan Smit

Transposer:

[Intro] [Verse 1] De meisjes aan de kade Trekken me niet meer Ze zuchten en ze hijgen Vijfenzeventig mijnheer [Pre-Chorus] En ik sta in de kou En ik wil bij jou Zou je me al m’n zonden willen kunnen vergeven? En ik heb de helft nog niet niet eens opgebiecht Op m’n voorhoofd staat het geschreven In m’n ogen valt het te lezen Oh m’n lief dagboek van een smiecht [Chorus] Het dagboek van een smiecht Je weet niet wanneer hij liegt Kronkelt of bedriegt Maar tegen jou heb ik nooit echt gelogen [Verse 2] Als ze me aankijkt met die blik En die ogen vol met dromen Schiet ik een klein stil gebed En denk ik Jezus samen komen [Pre-Chorus] En ik sta in de kou Waar be je nou? Zou je me al m’n zonden willen kunnen vergeven? En ik heb het allemaal nooit neven nooit opgebiecht Maar ’t staat op m’n voorhoofd te lezen In m’n ogen staat het geschreven Oh m’n lief dagboek van een smiecht [Chorus] Het dagboek van een smiecht Je weet niet wanneer hij liegt Kronkelt of bedriegt Maar tegen jou heb ik nooit echt gelogen [Verse 3] De meisjes aan de kade Trekken me niet meer Ze zuchten en ze hijgen Vijfenzeventig mijnheer [Pre-Chorus] En ik sta in de kou En ik wil bij jou Zou je me al m’n zonden willen kunnen vergeven? En ik heb de helft nog niet niet eens opgebiecht Op m’n voorhoofd staat het geschreven In m’n ogen valt het te lezen Oh m’n lief dagboek van een smiecht [Outro] M’n lief dagboek van een smiecht oh m’n lief dagboek van een smiecht

Du même artiste :

empty heart empty heart D, G, A, Em, Bm, A/Db, F#m, Gm
empty heart empty heart Bm, A, G, F#m, D, Eb, Bb, G#, Cm
empty heart empty heart C, Am, F, G, D
empty heart empty heart G, A, D, F#, Bm, E, Db, G#, Dbm, B, Eb, F
empty heart empty heart G, Bm, Am, D, D7, C
empty heart empty heart F, C7, Dm, C, Bb, Eb7, Ab, Eb, Db, Fm
empty heart empty heart C, Em, F, G, Am, Dm
Dans cette chanson, le narrateur partage ses réflexions sur ses relations avec les femmes et ses propres fautes. Il se sent perdu, cherchant à être apprécié et aimé, tout en étant hanté par ses erreurs passées et son incapacité à avouer pleinement ses péchés. Il évoque la lutte entre le désir d'authenticité et la peur d'être jugé, tout en appelant à une forme de pardon. Le ton est à la fois mélancolique et introspectif, illustrant une quête d'acceptation et de rédemption dans un monde où les apparences sont souvent trompeuses. C'est une exploration de la vulnérabilité humaine face à l'amour et aux regrets.