De Burgerij
Jacques Brel
[Intro] [Verse] Dronken dol en dwaas beet ik in mijn bier Bij de dikke Sjaan uit Montferland Ik dronk een glas met Klaas Ik dronk een glas met Pier En sprong er aardig uit de band Die Klaas hij voelde zich een Dante Die Pier wou Casanova zijn En ik de super-arrogante Ik dacht dat ik mezelf kon zijn En om twaalf uur als de burgertroep Huisging uit Hotel "De Goudfazant" Dan scholden wij ze poep En zongen wij vol vuur pet in de hand [Chorus] Burgerij mannen van ’t jaar nul Vette burgerkliek vette vieze varkens Burgerij tamme zwijnenspul Al wie burger is is een ouwe . . . [Verse] Dronken dol en dwaas Beet ik in mijn bier Bij de dikke Sjaan uit Montferland Ik dronk een vat met Klaas Ik dronk een fust met Pier En sprong er heftig uit de band Klaas Dante danste als m’n tante En Casanova was te bang Maar ik de super-arrogante Ik was zelfs voor mezelf niet bang En om twaalf uur als de burgertroep Huisging uit Hotel "De Goudfazant" Dan scholden wij ze poep En zongen wij vol vuur pet in de hand [Chorus] Burgerij mannen van ’t jaar nul Vette burgerkliek vette vieze varkens Burgerij tamme zwijnenspul Al wie burger is is een ouwe . . . [Verse] Elk instinct de baas zoek ik mijn vertier ’s Avonds in Hotel "De Goudfazant Met meester doctor Klaas En met notaris Pier bespreek ik daar de avondkrant En Klaas citeert eens wat uit Dante Of Pier haalt Casanova aan En ik ik blijf de super-arrogante ik haal nog steeds mijn eigen woorden aan Maar gaan wij naar huis meneer de brigadier Dan staat daar bij die ehhh ... Sjaan uit Montferland Een hele troep gespuis dronken van al ’t bier. Dat zingt dan van [Chorus] Burgerij mannen van ’t jaar nul Vette burgerkliek vette vieze varkens Ja meneer de brigadier dat zingen ze Burgerij tamme zwijnenspul Al wie burger is is een ouwe . . .